Basis van een goede 6 tegen 5 situatie

Zo tegen het einde van het jaar hebben we nog een leuk artikel van Terry Schroeder over de basis elementen van een goede 6-5 situatie. Onze jeugd is op dit moment druk bezig met het leren van deze situatie in de combinatietrainingen elke 2e maandag van de maand, jeugd onder de 15 en onder de 17 trainen dan van 19.00-21.00 uur gezamelijk en er wordt dan vooral geoefend op positiespel.

Allereerst is het van belang te begrijpen dat teamwork op de proef wordt gesteld door een 6-5 situatie. Zwakke schakels komen hier vaak naar voren maar ook kan een team uitblinken. Dit komt doordat het er in een 6-5 opstelling eigenlijk om gaat dat je een medespeler helpt met het behalen van een scoringskans. Om een hoog scoringspercentage te krijgen in een 6 tegen 5 situatie zullen alle mogelijke scoringposities meegenomen moeten worden, dus de paalposities op de 2 meterlijn zijn net zo belangrijk als de posities op de buitenste lijn. Een goede speler zal vanaf een positie op de buitenste lijn proberen een paalspeler vrij te spelen en visa versa.

Dit zijn de belangrijkste punten volgens Schroeder voor een succesvolle 6 tegen 5 situatie:

1. Zoek de snelle actie. Gelijk na een uitsluiting moet er gekeken worden of er een snelle actie mogelijk is. Wanneer de verdediging nog niet volledig heeft kunnen anticiperen op de uitsluiting is het vaak makkelijker een doelpunt te maken. Let er wel op dat je niet een slecht schot probeert te forceren met kans op balovername.

2. Ga op de juiste positie liggen. Is er geen snelle actie mogelijk ga dan direct opstellen in de juiste positie. Elk teamlid heeft z'n sterke en zwakke punten. Zorg er voor dat iedereen op een positie ligt die voor hem vertrouwd is en waar hij/zij goed is, goede schutters liggen bijvoorbeeld vaak op de buitenste lijn.

3. Begin breed. Begin je opstelling breed, veel verdedigers vallen je direct aan wanneer je dichtbij komt en drijven je hiermee naar achteren waardoor je op je rug komt te liggen. Dus hou aan het begin van je opstelling wat meer ruimte. Zo krijgen de paalposities ook wat meer ruimte.

4. Blijf gevaarlijk. Ook wanneer je de opstelling breed begint moet je zorgen dat je dreiging geeft naar het doel. Gebruik je benen en kom hoog uit het water bij elk bal contact. Spelers op de buitenste lijn moeten in de aanvalsmodus zitten en de bal in hoog tempo rondspelen. De paalposities zijn actief aan het zoeken naar vrij water en houden constant de bal in de gaten. Het komt er op neer dat je de verdediging op elke positie moet laten werken, jij hebt het voordeel dus zet druk op de verdediging.

5. Hou voldoende ruimte. Zorg er altijd voor dat één verdediger nooit twee aanvallers kan verdedigen. Onthoudt dat je moet bewegen wanneer je de bal hebt maar ook wanneer je de bal niet hebt. Je moet altijd zoeken naar een positie voor een mogelijke pass of schot.

6. Positionering van het lichaam en balans. Of je nu op de paalpositie ligt of op de buitenste lijn, je bent constant bezig om jezelf in balans te houden zodat je klaar bent voor de volgende pass. Bereid je lichaam voor op het schot, voordat je de bal ontvangt. Je moet klaar zijn om direct te kunnen schieten.

7. Verbeter de scoringskans van je medespeler. De beste passes komen van een speler die lijkt te gaan schieten. Alle passes die naar een paalpositie gaan horen te komen van een buitenspeler die de verdediging vast heeft gelegd door hen te overtuigen dat hij gaat schieten.

8. Volg de middelste verdediger. Hij/zij zal bepalen aan welke kant de 3 tegen 2 is. Val vanaf die kant aan. De keeper zal er ook vanuit gaan dat de middelste verdediger schoten moet blocken, wees bereid om gebruik te maken van een middenverdediger die op de verkeerde positie ligt.

9. Speel de bal rond. De bal moet op de buitenste lijn van een 6 tegen 5 opstelling snel rond gespeeld worden, waarbij elke speler zorgt dat bij balcontact de verdediging vast gaat liggen door een dreigende schothouding. Bij het analyseren van veel wedstrijden, is vooral op hoog niveau duidelijk dat er een veel hoger scoringspercentage is in een 6-5 situatie wanneer alle buitenste spelers de bal hebben aangeraakt. Speel rond, val aan maar blijf rustig en breek de verdediging.

10. Blijf werken voor de beste scoormogelijkheid. Laat de verdediging niet bepalen waar het schot vandaan komt. Bijvoorbeeld een schot vanaf positie 1 door een rechtshandige speler heeft het laagste percentage op scoren en zal dus vaak door een verdediging worden uitgelokt. Hou zelf het spel in de hand en probeer altijd de beste speler op zijn/haar beste plek het schot te laten maken.

 

Uiteindelijk nog dit, train alsof het een wedstrijd is. Training maakt niet perfect maar training maakt wel vertrouwd. Dus wanneer je op 60% traint zal het lastig worden om te scoren wanneer je in de wedstrijd opeens 100% speelt. Blijf opletten en serieus bij het trainen van een manmeer situatie. Dit zal het team maken of breken.

Origineel: "Water Polo Fundamentals of a Successful 6 on 5" van Terry Schroeder - Waterpolo Planet (15-07-2009)
Vertaald door: Bas Nijdam